In dit artikel vind je het antwoord op de volgende vragen:
- Wat is het verschil tussen methodetoetsen handmatig invoeren en via een koppeling?
- Hoe activeer ik de koppeling?
- Waarom moet ik rapportperiodes maken als ik een koppeling met een toetsuitgever heb?
- Wat kan ik zien op de waarderingsschaal?
- Wat kan ik wel en niet aanpassen in ParnasSys bij een toets via de koppeling?
Wat is het verschil tussen methodetoetsen handmatig invoeren en via een koppeling?
Methodetoetsen zijn niet standaard aanwezig in ParnasSys. Je kunt de toetsen zelf toevoegen en hiervan scores handmatig in ParnasSys invoeren of een koppeling maken met de omgeving van de toetsuitgever om resultaten automatisch in ParnasSys te krijgen. Je hoeft dan niet zelf methodetoetsen in ParnasSys aan te maken of resultaten in te voeren. De toetsen komen via de uitgever in ParnasSys te staan en zijn in te zien via Beheer > Toetsen en vakken: Methodetoetsen.
Bij handmatig ingevoerde toetsen is het alleen mogelijk om de score te lezen als 'het aantal goed'. Bij de resultatenkoppeling is het ook mogelijk dat de score het aantal fout aangeeft. De score die meegeven wordt via de koppeling is een geheel getal wat vervolgens geïnterpreteerd wordt met de normering die bij de toets hoort, wat uiteindelijk een waardering en eventueel een schoolcijfer oplevert. Deze score kan het aantal goed of fout zijn of dit gehele getal kan en andere betekenis hebben, bijvoorbeeld 1 staat voor onvoldoende, 2 voor voldoende en 3 voor goed.
Er zijn geen mogelijkheden om hulpverwijzingen in ParnasSys binnen te laten komen via de resultatenkoppeling. Met de vraag over wat te doen nadat een leerling een bepaald resultaat heeft behaald, verwijzen wij je naar de software van de educatieve applicatie waar het resultaat vandaan komt.
Het vraagt wel enkele handelingen om een koppeling in te richten. Zie daarvoor de andere vragen in dit artikel.
Hoe activeer ik de koppeling?
Als eerste moet de uitgever jullie school aan de koppeling toevoegen. Nadat dit is geregeld moet je de koppeling met de uitgever activeren in ParnasSys. Hiervoor heb je de rol Applicatiebeheerder nodig.
- Ga naar Beheer > Koppelingen: Koppelingen.
- Klik op de naam van de uitgeverij en je ziet informatie over wat via de koppeling wordt uitgewisseld.
- Klik op Afnemen (links onder) om de koppeling te activeren.
De koppeling is nu actief. Je moet de koppeling nu ook activeren vanuit de educatieve applicatie van de uitgeverij. Hoe je dit doet, kun je vinden bij de uitgever van de gebruikte methode.
Als de koppeling aan beide kanten goed is geactiveerd, hoef je in ParnasSys niets te doen. De uitgever stuurt de resultaten automatisch naar ParnasSys als je de resultaten opslaat in de omgeving van de uitgever of als je hier expliciet een functie aanroept die de resultaten naar ParnasSys verstuurt. De resultaten verschijnen daarna automatisch bij de leerling en groep.
Waarom moet ik rapportperiodes maken als ik een koppeling met een toetsuitgever heb?
Om methodetoetsen goed te groeperen op groepsniveau, is het noodzakelijk dat er bij Beheer > Digitaal rapport: Digitaal rapport rapportperiodes zijn ingevuld. Ook al gebruik je het rapport van ParnasSys verder niet.
De regel is dat de afnames met de meest recente datum van een bepaalde toets binnen een rapportperiode worden gegroepeerd tot een groepstoets, die via de groep is in te zien. Eerdere afnames binnen een rapportperiode zijn alleen individueel in te zien.
Wat kan ik zien op de waarderingsschaal?
De vorm van het resultaat is altijd een score, waar vervolgens een waardering (bijvoorbeeld onvoldoende-voldoende-goed) aan gekoppeld is en eventueel een schoolcijfer. Niet met elke toets komen schoolcijfers mee. Dit bepaalt de uitgever. In sommige gevallen kun je in de omgeving van de uitgever zelf aangeven dat je schoolcijfers binnen wil krijgen.
Om in ParnasSys inzage te krijgen in de schaal die gebruikt is om de score in een waardering uit te drukken, kies je bij de Weergaveopties van een methodetoets voor Waardering.
Vervolgens klik je in de lijst met resultaten achter het onderdeel op de knop met het oogje.
Je ziet een venster waarin de schaal zichtbaar is. De weergave hiervan is afhankelijk van de schaal die de uitgever gebruikt. Je ziet hieronder twee voorbeelden.
Op deze manier zie je welke waardering en eventueel cijfer horen bij een bepaalde score.
Wat kan ik wel en niet aanpassen in ParnasSys bij een toets via de koppeling?
De gegevens in de omgeving van de uitgever zijn leidend. De datum, score en normering van een toets wordt via de koppeling meegestuurd. Dit kun je niet in ParnasSys aanpassen. De normering en de score slaat ParnasSys voor je op, zodat je het afgeleide resultaat van de score en de normering op elk gewenst moment in kunt zien. De normering wordt gebruikt om te bepalen welke waardering de leerling heeft als resultaat of, als dit aanwezig is, welk schoolcijfer.
Wanneer je via Beheer > Toetsen en vakken: Methodetoetsen de toets bewerkt, kun je hier het schoolvak en leerjaar van de toets wijzigen en instellen of de toets op de groepskaart getoond wordt.
ParnasSys voegt zelf een schoolvak toe op basis van het landelijke vak dat de uitgever meestuurt, maar dat kun je achteraf aanpassen als je de toets aan een ander vak wilt koppelen. Zie voor een uitgebreidere uitleg het artikel Vakken in ParnasSys en bij toetsen via een koppeling.